Dierexperimentencommissie (DEC)

De leden van de DEC moeten uiteraard onafhankelijk zijn van het onderzoeksinstituut. Alleen zo kan de DEC met grote zorgvuldigheid de volgende drie criteria beoordelen:
- de wetenschappelijke waarde van het onderzoek,
- het belang dat het onderzoek heeft voor de mens,
- de ethische rechtvaardiging van het gebruik van dieren.
In de praktijk betekent dit dat de DEC de belangen van het onderzoek afweegt tegen de belangen van het dier. Als het belang van een onderzoek niet opweegt tegen het ongerief dat het onderzoek bij de dieren zal veroorzaken, wijst de DEC het onderzoek af, zelfs wanneer de wetenschappelijke kwaliteit hoog is.
De DEC-BPRC is erkend door de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) en bestaat uit zeven leden, waarvan twee interne leden en vijf onafhankelijke leden (inclusief de voorzitter) die niet in dienst zijn bij BPRC. In de Wet op Dierproeven staat duidelijk omschreven aan welke eisen de leden moeten voldoen om deel uit te kunnen maken van deze belangrijke commissie.