Genetica
Binnen elke soort kunnen de genen variatie vertonen, ook bij de mens. Die variabele genen worden polymorf genoemd. Denk hierbij aan de genen die bijvoorbeeld de haar- en oogkleur bepalen. Genen zijn erfelijk, waardoor kinderen kenmerken delen met hun ouders.
BPRC beschikt over een afdeling voor genetica-onderzoek, gericht op genen voor eiwitten die onderdeel zijn van het immuunsysteem. Dit systeem speelt een belangrijke rol bij besmettelijke ziekten, auto-immuunziekten en afstotingsreacties na transplantaties; allemaal belangrijke onderzoeksgebieden van BPRC.

DNA bestaatuit vier chemische bouwstenen. De volgorde van deze bouwstenen binnen een gen kunnen van dier tot dier verschillen. Met behulp van een speciale techniek kunnen we elk gen naar keuze vermeerderen. Met geavanceerde apparatuur bepalen we dan de volgorde van de vier chemische bouwstenen in dit gen, welke dan beschikbaar komt in een de volgorde van vier letters (A, C, G, T). Genen bevinden zich in iedere cel van het lichaam. Elk gen bevat de code voor de productie van een eiwit. De eiwitten regelen de biochemische processen, zij doen in feite al het werk in ons lichaam.
Waar ons onderzoek op gericht is
In ons onderzoek vergelijken we de overeenkomsten en verschillen tussen de genen van primatensoorten (mens en apen). Het onderzoek spitst zich vooral toe op de polymorfe genen van het major histocompatibility complex (MHC) en de killer cel immunoglobulin-like receptor (KIR). Eiwitten van MHC spelen een cruciale rol in de herkenning van lichaamsvreemde organismen. En wanneer donor en ontvanger een verschillend MHC hebben, spelen eiwitten een rol in afstoting na orgaantransplantatie. Eiwitten van KIR scannen voor de aan- of afwezigheid van MHC-eiwitten op cellen van het immuunsysteem. MHC kan bijvoorbeeld afwezig zijn op kankercellen of virus geïnfecteerde cellen. Dit wordt door de eiwitten van KIR herkend en zorgt ervoor dat de kanker of virus geïnfecteerde cel wordt opgeruimd.
Hoe we proeven ‘op maat’ kunnen doen
De door de polyforme MHC gecodeerde eiwitten bepalen mede of iemand vatbaar of juist resistent is tegen een ziekte. De MHC-typering is bruikbaar om specifieke dieren te selecteren voor proeven ‘op maat’. Met als positief effect een vermindering van het aantal dieren dat nodig is voor proeven.
Om de kwaliteit van het fokprogramma voor de BPRC-kolonies te waarborgen en inteelt te voorkomen, bepalen we de ‘overerving’ van de MHC-genen van de dieren.
Hoe we onze kennis delen
Voor het genetisch onderzoek hoeven we van elk dier maar een keer bloed af te nemen om het DNA te isoleren. Ook kunnen we witte bloedcellen zodanig bewerken dat die cellen zich in een kweekfles blijven groeien. Op die manier zijn we altijd zeker van een bron om opnieuw DNA te isoleren, zelfs als de betreffende donor niet meer beschikbaar is. Alle kennis die wij tijdens ons onderzoek opdoen, delen we via deze database (waarvan BPRC-medewerkers de curatoren zijn) met andere onderzoeksinstituten. Daarnaast stellen we DNA en cellijnen beschikbaar aan andere onderzoeksinstituten, via onze Bio-Bank.