Home Wetenschap Onderzoeksgebieden Alternatieven onderzoek In vitro technologie

In vitro technologie

Iedereen wil minder dierproeven. Wij ook. Dat gaat niet vanzelf. Daarom doen wij uitgebreid onderzoek naar alternatieven. Met als leidraad het principe van de 3V’s: Vermindering, Verfijning en Vervanging.

BPRC stimuleert en ondersteunt het gebruik van en onderzoek naar alternatieven bij alle afzonderlijke onderzoeksafdelingen. Daarnaast  is er een unit Alternatieven volledig gewijd aan dit thema. 

in vitro v2

Waar onze unit Alternatieven mee experimenteert
Deze unit heeft een grote hoeveelheid celkweekmethoden opgezet en gekarakteriseerd. Deze methoden stellen onderzoekers in staat om testen te doen op relevante cellen in een kweeksysteem, voordat er een dierproef plaatsvindt. Zo’n ‘pre in vivo-testfase’ leidt tot een aanzienlijke vermindering van het aantal dierproeven. Belangrijk punt hierbij is dat uit het 'restmateriaal' van overleden dieren vaak ook celkweken worden opgezet. Het einde van het ene experiment betekent zo het begin van een ander experiment.

Wat we doen
Een andere doelstelling is de verfijning van dierproeven door het ongerief voor de dieren te verminderen. Een voorbeeld is dat wij ons richten op het gebruik van adjuvantia. Adjuvantia zijn een onderdeel van een vaccin die activatie van het immuunsysteem tot gevolg hebben. Helaas is het zo dat sommige van de krachtigste adjuvantia in proefdieronderzoek ook bijwerkingen veroorzaken, zoals ontstekingen van de huid. Er is een onderzoekslijn met als doel om nieuwe adjuvantia zonder bijwerkingen te ontwikkelen. Hiervoor zijn proefdiervrije technieken ontwikkeld, waar onze onderzoekers volop gebruik van maken. Er is een eigen adjuvant ontwikkeld wat op dit moment getest wordt op werkzaamheid.

Wat de uitdagingen zijn
Celkweekmethodes zijn voor de hand liggende alternatieven voor dierproeven. In de praktijk zijn deze methodes niet altijd even makkelijk te realiseren. Zo zijn langlevende cellijnen slechts geschikt voor bepaalde onderzoeksvragen. Redenen hiervoor zijn dat ze in principe onsterfelijk zijn, vaak voortkomen uit tumormateriaal én daardoor dus afwijken van normale cellen. Voor primaire celkweken geldt dat ze een beperktere levensduur hebben en we ze dus vaker opnieuw op moeten starten. Wel geven ze een veel betrouwbaarder beeld van de normale situatie dan cellijnen. Mogelijkerwijs biedt stamcel technologie in de toekomst de mogelijkheid om langlevende celkweek systemen op te zetten. 
Een andere uitdaging ligt in de vertaling van behaalde resultaten in het lab naar de toepassing in mens en dier. Het is onontkoombaar dat in verband met validatie er soms dieren ingezet worden. 

Waarom apen nog steeds nodig zijn voor onderzoek
Medisch onderzoek kan helaas nog niet zonder het gebruik van dieren. Celkweken voorspellen hoe cellen zich kunnen gedragen. De stap naar voorspellen hoe een complex systeem als een orgaan of een levend wezen zal gedragen is heel groot. Stukje bij beetje maken we vorderingen. Bij een klein deel van deze onderzoeken zijn apen de enige geschikte proefdieren voor het bestuderen van ernstige ziekten bij de mens. De Nederlandse wet bepaalt dat apen alleen als proefdier mogen dienen wanneer er geen alternatief voorhanden is. Reden waarom wij er keihard aan werken om zulke alternatieven te ontwikkelen.