Hiv/aids: onderzoek blijft van hoogste belang

29 Nov 2019 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

Image

 

Op zondag 1 december is het Wereld Aids Dag. Dat blijft een hele belangrijke dag. Aids is nog steeds één van de dodelijkste ziekten ter wereld. Wereld Aids Dag is een mooi moment om de rol van BPRC in het aids onderzoek onder de loep te nemen.

Hoe ontstaat aids?

In 1982 dook een geheimzinnige ziekte op, die we later aids zouden noemen. Wetenschappers ontdekten dat hiv de veroorzaker van aids was. Aan dit eerste onderzoek werden chimpansees onderworpen. Dat was nodig, omdat alleen mensen en chimpansees gevoelig bleken te zijn voor hiv-infectie. Dankzij chimpansees weten we hoe hiv zich door het lichaam verspreidt en snappen we hoe het afweersysteem met het virus omgaat.

In 1983 werd siv ontdekt. Siv is een (bij het grote publiek minder bekend) hiv-achtig virus dat makaken infecteert. Experimentele siv-infecties gaven nog meer inzicht in het verloop van de infectie en lieten ons zien hoe slim het virus is in het voor de gek houden van ons afweersysteem.

Waar hebben we al die kennis voor nodig?

Om hiv-medicijnen te ontwikkelen. Met als resultaat dat hiv nu, 37 jaar na de ontdekking van het virus, geen doodvonnis meer hoeft te zijn. Helaas zijn de huidige medicijnen niet in staat om de hiv-epidemie te stoppen. Anno 2019 raken er nog steeds ongeveer 7000 mensen per dag geïnfecteerd en heeft niet iedereen op de wereld toegang tot de medicijnen.

Hoe kunnen we hiv behandelen of voorkomen?

Om hiv te stoppen, hebben we een vaccin nodig. Een vaccin leert het afweersysteem om een ziekteverwekker te herkennen, zodat die boosdoener snel opgeruimd kan worden zodra we die in het echt tegenkomen. Al sinds de jaren tachtig werken onderzoekers aan een hiv-vaccin. Maar een werkend vaccin ontwikkelen, blijkt in de praktijk buitengewoon moeilijk; hiv blijkt ‘slimmer’ dan de meeste andere virussen en heeft heel veel manieren ontwikkeld om het afweersysteem te omzeilen.

Toch gloort er hoop. Gedurende de opkomst van hiv ontdekten wetenschappers de moleculaire biologie. Die wetenschap leidde tot technieken die, bijvoorbeeld, werden ingezet om siv een ‘hiv-jasje’ te geven. Hierdoor ontstonden kunstmatige virussen die we shiv noemen. Dankzij shiv kunnen we nu nieuwe vaccins testen in makaken. En dat is nodig, want hoe goed een theoretisch idee ook is, de beschermende werking van een hiv-vaccin hangt af van heel veel (onbekende) factoren.

Hoe weet je of een vaccin werkt?

De echte werking van een vaccin kunnen we alleen testen in een levend organisme, zoals mensen of dieren. Voordat je een medicijn mag testen in mensen, moet het (volgens de wet) in dieren getest zijn. Veel vaccins werken op basis van specifieke antistoffen. Wordt er een stukje van een virus ingespoten, dan herkent het afweersysteem dat als lichaamsvreemd. Het afweersysteem gaat dan antistoffen maken die het lichaam beschermen zodra het echte virus binnenkomt. Maar om bescherming te bieden tegen hiv, is meer nodig dan alleen antistoffen.

Hoe test je die werking van een hiv-vaccin?

Daar zijn twee dingen voor nodig. Een goed werkend afweersysteem en een diermodel dat bevattelijk is voor de infectie. Om een vaccin te testen, vaccineren we apen (makaken). Meestal krijgen de dieren drie vaccinaties met steeds een aantal weken ertussen. Ongeveer twee weken na iedere vaccinatie nemen we bloed af. Dat bloed gaat naar het laboratorium voor onderzoek. BPRC gebruikt verschillende technieken om te testen of het vaccin het beoogde werk heeft gedaan. Zo wordt het bloed niet alleen onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen en T-cellen maar beoordelen we deze ook op functionaliteit.
 
BPRC heeft de afgelopen decennia verschillende hiv-vaccins onderzocht. Een aantal daarvan worden elders in de wetenschappelijke ontwikkeld voor gebruik in mensen, maar tot nu toe is er helaas nog niemand in geslaagd een echt goed werkend hiv-vaccin te maken.

Zoektocht naar alternatieven voor dierproeven

BPRC werkt volgens het principe van de 3V’s; vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven. In het licht van ons onderzoek naar hiv/aids betekent dat per ‘V’ het volgende:

Vervanging: baanbrekende ontwikkelingen

Het hiv-/siv-onderzoek is baanbrekend geweest voor de gehele biomedische wetenschap. Het heeft tot heel veel nieuwe - veelal in vitro (een biologische techniek, toegepast buiten het lichaam van een organisme) - proefdiervrije, onderzoekstechnieken geleid waarvan diagnostische en onderzoekslaboratoria over de hele wereld gebruikmaken. Omdat hiv alleen mensen en chimpansees kan infecteren, was er lange tijd geen andere mogelijkheid dan de werking van vaccins te bestuderen in chimpansees. Door de ontwikkeling van shiv is dat onderzoek nu mogelijk in makaken en zijn chimpansees niet meer nodig. Helaas is er nog geen vervangende methode voor het onderzoeken van de complexe interactie tussen een vaccin of een virus en het afweersysteem.

Vermindering: in theorie betere vaccins mogelijk

Het is theoretisch gezien mogelijk betere hiv-vaccins te ontwerpen, dankzij alle kennis die wereldwijd beschikbaar is. Een aantal van de eerste vaccins zou nu waarschijnlijk niet meer in dieren worden getest. Bijvoorbeeld omdat deze modellen laten zien dat ze onvoldoende antistoffen of cytotoxische T-cellen zouden aanmaken.

Verfijning: vooruitgang in techniek en dierenwelzijn

De opkomst van hiv en de ongekende vooruitgang in de biomedische wetenschap gaan hand in hand. Zowel op technisch gebied als in het dierenwelzijn. Met als resultaten veel meer verzamelde gegevens per dier en een minimalisering van het ongerief.

Meer weten over ons onderzoek naar hiv/aids en andere ernstige ziektes? Lees meer over onze onderzoeksgebieden.