Meer licht, meer natuur

01 Mar 2019 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

Reportage over nieuwe huisvesting marmosets

“Hallo, meisje, kom je even kijken? Leuk, gezellig.” Dierverzorger Marit staat voor een vernieuwd buitenverblijf van de kleinste aapjes op het terrein van BPRC: de common marmosets, in de volksmond ook wel witoorpenseelapen genoemd. “Wij zeggen meestal marmo’s.”  

Ineens klinkt vanuit andere kooien een kort fluitconcert. “Er vloog een kraai over”, zegt Marit, bij BPRC ook de verrijkingscoördinator. “Dan waarschuwen ze elkaar even.”

Enkele jaren geleden verrezen op dit terrein nieuwe, moderne dierenverblijven voor alle aapsoorten bij BPRC, dankzij een grote investering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Met als resultaat dat alle apen in de fok tegenwoordig in een ruime en sociale leefomgeving leven. “Maar het kan altijd beter en aangenamer”, zegt Marit, die wijst op wat nu een volledig glazen pui is. De dikke tussenbalken zijn weg, zodat er veel meer licht van buiten naar binnen komt. "Dat vinden ze fantastisch. En die vitamine D is ook goed voor ze.”

Als de zon schijnt

De marmo’s in fok zijn sinds 2003 bij BPRC gehuisvest; verdeeld over 34 verblijven, waarvan de helft inmiddels helemaal verbouwd is, de andere helft bevindt zich in de afrondende fase. In elk verblijf leeft een fokgroep, die altijd bestaat uit één gezin, vader en moeder - “marmo’s zijn heel monogaam!” - en hun nageslacht, vaak tweelingen. In totaal meestal vier tot acht dieren, hooguit tien. De verblijven van de marmo’s zijn voor de helft binnen en buiten; beide delen zijn en blijven ongeveer drie meter diep, twee meter breed en drie meter hoog. “Hoe hoger, hoe beter, want van nature zijn ze gewend hoog in bomen te wonen.”

De dieren kunnen zo altijd zelf kiezen tussen binnen en buiten. “Nu is het koud en dan zitten ze liever binnen, want daar is het lekker warm en vochtig. Daarom zie je dat buiten nog niet alles is ingericht, we willen eerst binnen de boel helemaal op orde hebben. Maar je ziet ze wel door het raampje kijken, kijk.” Marit wijst naar een aapje. “Ze komen in de winter wel buiten, zeker als de zon schijnt. En ze zijn zo nieuwsgierig dat ze toch even poolshoogte komen nemen. Zoals nu.” Ze knikt naar een marmo die vanuit de doorgang op een tak klimt. “Hallo papa, kom je even kijken?”

Het kan altijd beter

Dankzij gerichte trainingen kunnen de dierverzorgers steeds beter samenwerken met de dieren. En dat helpt om marmo’s te kunnen wegen en om, bijvoorbeeld, van dichtbij te kunnen zien hoe ze eraan toe zijn. “Je kunt een vangnet of koker gebruiken om de apen te vangen, maar het is veel handiger om ze te trainen, zodat ze zelf naar je toekomen. En dat leren wij ze aan, om te beginnen door ze een beloning uit onze handen aan te laten pakken. Dat werkt prima, maar we vonden wel dat het beter kon. Heel onhandig was bijvoorbeeld dat ze via een onnatuurlijke route moesten lopen om bij ons te komen. Die situatie moesten we dus veranderen in de verbouwing. En zo zijn er allerlei dingen die we voor trainingsdoeleinden hebben aangepast.”

Over de noodzaak van het wegen van de marmo’s, vertelt Marit: “De dieren wegen ongeveer 350 gram en met het blote oog zie je het niet als zo’n dier 35 gram afvalt of aankomt, maar het is wel 10% van zijn lichaamsgewicht. Daarom is het ontzettend belangrijk om dat wel te kunnen monitoren. Ook voor zwangere vrouwen. Soms zie je dat niet, totdat die vrouw ineens kinderen baart. Dat is natuurlijk heel onhandig, daarom zijn we ook begonnen met weegtraining. Met als onhandigheid dat we altijd de voordeur van het verblijf open moesten zetten.”

Marmo’s zijn van nature heel territoriaal en zullen niet snel aan de wandel gaan, tenzij er ruzie of onrust in de groep is. “Net als in de natuur. Dan trekken de oudere dieren weg uit hun geboortegroep wanneer ze seksueel volwassen zijn. Daarom zouden we liever werken met dichte kooien, zodat de marmo’s de mogelijkheid hebben om in hun eigen territorium te blijven.”

Meer natuurlijk gedrag

Marit laat een ‘voor en na’-filmpje zien, dat ze zelf voorziet van commentaar. “We hebben nu de mogelijkheid om in het verblijf meerdere doosjes te schuiven vanaf de voorkant van de kooi, dus ik hoef niet meer de hele deur open te maken. Ik kan nu een schuifje omhoog doen en daar het doosje in zetten, op vier plekken in dezelfde kooi. Voor de dieren het signaal dat er iets lekkers valt te halen. En dan kan ik ze zo op het karretje en op de weegschaal zetten, zonder dat ze ook dan nog wegspringen. Nu kun je alles rustig observeren en noteren. Heel prettig daarbij voor de apen zelf is dat ze wennen aan het idee dat ze in een doosje komen, met deurtjes die open en dichtgaan. Als ze daar pas in de experimentele setting mee te maken hebben, kan dit proces een negatieve lading krijgen, omdat daar natuurlijk veel meer handelingen plaatsvinden met de dieren.”

Deze nieuwe aanpak geeft de marmo’s veel voorsprong bij toekomstige handelingen, vooral in de zin van minder stress. “We hebben de verbouwing meteen aangegrepen om de inrichting van de verblijven te veranderen.” Marit loopt langs de verblijven en staat stil bij een ruimte die ook buiten helemaal is ingericht. Vol natuurlijk materiaal. Ze wijst naar de planten, struiken, bamboe en vijgen. “Dat vinden de dieren fantastisch. Je ziet ze tussen die planten door jagen op vliegjes. Dat kon eerst niet, omdat die vliegen niet echt ergens konden zitten. Er stond wel een boomstronk in, maar die was inmiddels helemaal kaal geknaagd en daar hadden ze niet meer zoveel aan. En die vijg heeft nu in de winter geen blad meer, maar die heeft normaal gesproken mooie, grote bladeren. De vruchten vinden ze heerlijk, die eten ze graag uit de boom.”

Verder waren Marit en haar collega’s opzoek gegaan naar allerlei verschillende materialen, want alleen maar hout vonden ze niet genoeg. “De structuur van hout en het gevoel van daaroverheen lopen, is heel natuurlijk, maar je wilt meer aanbieden. Vandaar die mooie, dikke touwen en die leuke hangmatjes. Marmosets slapen graag bij elkaar op een kluitjes, dus dat hebben we mogelijk gemaakt. En zo hebben we dus een heel natuurlijk geheel gecreëerd, dat voor ons overzichtelijk genoeg is om alle dieren goed te kunnen blijven zien. Dat is vooral de verdienste van mijn collega Marlies. Hierachter staat trouwens nog een heel bamboeveld als wisselplanten, want die knagen ze binnen no-time kaal.”

Licht en open

Tot slot wandelt Marit naar de achterkant van het gebouw, om via de ramen van de achterdeur een glimp van de binnenwereld op te vangen. De reporter van dienst heeft geen Mantoux-test (voor tuberculose) gedaan en dan mag je niet naar binnen. Maar ook deze positie geeft een goed beeld van de situatie binnen, waar het ontzettend licht en heel erg open is. Een schoonmaker is de glimmende vloer van de hal tussen de verblijven in - symmetrisch tegenover elkaar opgesteld – grondig aan het schrobben. De vloeren van de verblijven zelf zijn bedekt met een tapijt van zaagsel, waarin de marmo’s kunnen zoeken (‘foerageren’) naar blokjes gom en andere voedingsmiddelen, die de dierverzorgers hebben ‘verstopt’.

Wat dan nog opvalt, zijn de blauwe kaartjes aan de deuren, met links namen als Fabian, Floris, Fenna en Francisca. “Alle dieren, dus ook de resus- en Java-apen, krijgen een diernummer en een naam”, legt Marit uit. “Met als stelregel voor de marmo’s dat nakomelingen allemaal dezelfde eerste letter krijgen als hun ouders. Zodat we altijd weten wie bij wie hoort. Dat is ook handig om bepaalde karaktertrekken te herkennen. Want net als bij mensen valt de appel niet ver van de boom!’