Vaccins tegen difterie en tetanus bevatten geïnactiveerde pathogene eiwitten die het immuunsysteem stimuleren om bescherming op te bouwen. Om de consistentie en werkzaamheid van elke batch van het vaccin te waarborgen, worden nieuwe batches momenteel nog getest op kleine dieren om de werkzaamheid van het vaccin te bevestigen.
Deze strategie was lang onderdeel van protocollen die halverwege vorige eeuw zijn opgesteld, waarbij het gebruikelijk was om de werkzaamheid op dieren te testen. Tegenwoordig gebeurt dit steeds minder voor nieuwe batches van moderne vaccins.
Een nieuwe strategie zonder dierproeven
Een Europees onderzoeksteam, waaronder onderzoekers van BPRC, heeft een alternatieve methode ontwikkeld om de werkzaamheid van het tetanusvaccin te testen zonder gebruik te maken van dieren. Deze methode kan dienen als vervanging en de noodzaak voor bepaalde dierproeven wegnemen.
Ook grote vaccinproducenten namen deel aan het door Europa gesubsidieerde project (www.vac2vac.eu), wat de implementatie van deze alternatieve test zal bespoedigen als vervanging voor dit soort dierproeven. Met dit project draagt BPRC bij aan de vermindering van dierproeven, niet alleen bij niet-humane primaten, maar ook bij andere diersoorten.