Een nieuw griepvaccin dichterbij of juist verder weg?

05 Apr 2019 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

Niet elke snotneus betekent dat je griep hebt. Pas als je het griepvirus onder de leden hebt, spreken we echt van griep. En dat overkomt bij een gemiddelde griepepidemie in Nederland ongeveer een half miljoen mensen. De meesten zijn na een paar weken weer beter, maar bij sommigen kunnen zeer ernstige complicaties optreden. In Nederland kunnen mensen uit de risicogroepen een griepprik halen. Maar het huidige griepvaccin staat onder druk. Letterlijk en figuurlijk.

Letterlijk, omdat het griepvirus ‘slim’ genoeg is om de werkzaamheid van deze vaccins te omzeilen. En figuurlijk, omdat de onzekerheid over hoe goed een vaccin werkt, de publieke opinie over griepvaccins negatief beïnvloedt. Hierdoor blijft de griepvaccinatiegraad relatief laag.
 
Op dit moment onderzoeken wetenschappers de mogelijkheden voor een zogenaamd ‘universeel’ griepvaccin. Met als inzet dat er maar één vaccin nodig is, in plaats van dat het vaccin elk jaar aangepast moet worden aan de rondwarende griepvirussen. Als dat lukt, gaan jaarlijkse griepprikken misschien wel tot het verleden behoren.

Antilichamen opwekken

Net als de meeste vaccins richt een griepvaccin zich op het opwekken van ‘breed neutraliserende’ antilichamen. Dit zijn antilichamen, die veel verschillende griepvirussen onschadelijk kunnen maken. Dat doen ze door die virussen te leiden naar bepaalde cellen van het afweersysteem die ze vervolgens opeten (‘fagocyten’). Het huidige vaccin richt zich op de delen van het virus die makkelijk veranderen, terwijl het ‘universele’ vaccin zich juist richt op delen die niet of nauwelijks veranderen. In mensen zijn dit soort antilichamen in kleine hoeveelheden in het bloed te vinden. Vooralsnog was niet duidelijk of een vaccin deze antilichamen ook kan opwekken.

Het immuunsysteem van makaken en mensen reageert vergelijkbaar op griepvaccinatie en infectie met het griepvirus. Onderzoekers van BPRC hebben nu het bloed van een groep met griep-geïnfecteerde makaken vergeleken met dat van gevaccineerde apen. Hieruit is gebleken dat apen zowel na vaccinatie als na infectie een hoge concentratie griep-specifieke ‘fagocyterende’ antilichamen hebben. Dit is een belangrijke aanwijzing dat een vaccin deze antilichamen ook bij mensen op kan wekken.

Stof tot nadenken

In eerste instantie goed nieuws, maar de onderzoekers ontdekten ook het potentiele risico van deze antilichamen. In hele lage concentraties kunnen ze er namelijk voor zorgen dat het virus wordt getransporteerd naar andere cellen (van het afweersysteem) die niet in staat zijn ze op te ruimen, maar die er juist voor zouden kunnen zorgen dat het griepvirus zich beter door het lichaam verspreidt. Een averechts effect dus.

Deze nieuwe manier van griepvaccinatie is dus niet zomaar toepasbaar, daarvoor is nog meer onderzoek nodig. Al met al geeft deze studie nieuwe stof tot nadenken over een nieuw universeel griepvaccin.
 
Meer weten? Lees hier het volledige artikel.