Een nieuwe man in huis, kan dat wel goed gaan?

19 Jul 2019 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

BPRC onthult resultaten van vijftienjarig onderzoek

Het beste moment om nieuwe fokmannen in een groep resusapen te introduceren, is wanneer ze het sterkst zijn. Die introductie heeft de grootste kans van slagen in groepen met veel vrouwtjes, uit maximaal drie verschillende families. En dit zijn nog maar twee van de bevindingen uit de studie van vijftien jaar door gedragsdeskundigen van BPRC.  

Apen zijn heel sociale dieren. Voor hun welzijn is het belangrijk dat zij met soortgenoten samenleven en natuurlijk sociaal gedrag kunnen vertonen. Alle dieren bij BPRC zijn dan ook sociaal gehuisvest. In de fokkolonie leven ze in grote, zo natuurlijk mogelijke, sociale groepen. Net zoals in de natuur blijven de vrouwtjesapen bij BPRC altijd in hun geboortegroep, terwijl de mannetjes na de puberteit uit hun geboortegroep worden gehaald. Deze manier van huisvesten is een unicum binnen onderzoeksinstituten.

Een nieuwe fokman

In iedere fokgroep leeft één volwassen fokman. Deze fokman wisselt iedere vier tot vijf jaar van groep om te voorkomen dat hij gaat paren met zijn eigen dochters. Ook in de natuur wisselen volwassen mannen iedere paar jaar van groep. Echter, deze noodzakelijke introducties van een nieuwe fokman gaan gepaard met risico’s. Een nieuwe fokman kan agressief zijn en vrouwtjes en hun kinderen verwonden. De vrouwtjes zitten daarom vaak helemaal niet te wachten op zo’n nieuwe man. Zij proberen het hem dan ook moeilijk te maken om hun groep in te komen. De introducties van nieuwe fokmannen kunnen daarom resulteren in agressie, stress en verwondingen bij zowel mannen als vrouwen. Soms lukt het een man zelfs helemaal niet om een fokgroep in te komen, ondanks dat hij veel groter en sterker is dan de vrouwtjes.

Onderzoek naar introducties

Voor het welzijn van de apen is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk introducties plaatsvinden en dat die rustig verlopen. Ook moet het mannetje zich op de lange termijn staande weten te houden in de groep, zodat hij niet vroegtijdig gewisseld hoeft te worden. Gedragsonderzoekers bij BPRC hebben daarom onderzocht welke factoren bepalen of introducties succesvol zijn, en of het mannetje een stabiele positie in de groep weet te veroveren. Daarbij hebben ze gekeken naar de timing van de introducties, de eigenschappen van de mannen en de eigenschappen van de groepen.

In totaal hebben de onderzoekers 64 introducties bestudeerd, die plaatsvonden tussen 2003 en 2018; 77% van de introducties was succesvol. Van de succesvol geïntroduceerde mannen wist 77% zich ook op de lange termijn staande te houden in de groep. Het bleek dat we mannen het beste kunnen introduceren op een leeftijd waarin ze in de natuur ook zouden wisselen van groep: als ze het sterkst zijn. Mannetjes die, net zoals in het wild, tot aan de puberteit in hun geboortegroep blijven, weten zich het beste staande te houden op de lange termijn. De mannetjes kunnen het beste geïntroduceerd worden in groepen met veel vrouwtjes, uit maximaal drie verschillende families, vergelijkbaar met wilde groepen. Ten slotte, moeten we groepen met zwangere vrouwen vermijden. Die zijn er ook niet in de periode dat wilde mannen van groep wisselen; vlak voor het paarseizoen.

Hoe natuurlijker, hoe beter

Deze resultaten benadrukken dat het nabootsen van de natuur het beste is voor de dieren. Hoe natuurlijker de groepen en de introducties van de mannen, hoe succesvoller de introducties en hoe stabieler de groepen zijn. Die bevindingen laten zien dat de unieke manier waarop de apen in de fokkolonie van BPRC gehuisvest zijn het dierenwelzijn verbetert.

Het volledige wetenschappelijke artikel is hier te lezen.