We weten sinds kort weer iets meer over ons immuunsysteem. In het vooraanstaande tijdschrift Nature is dit artikel verschenen, met nieuwe informatie over dit zo belangrijke verdedigingssysteem van ons lichaam. En die informatie is heel belangrijk in de zoektocht naar nieuwe therapieën, waaraan BPRC bijdraagt.
Het menselijk lichaam beschikt over een aangeboren immuunsysteem, zodat we ons kunnen wapenen tegen ziekteverwekkers. Een vernuftig en complex verdedigingssysteem, waarvan wetenschappers graag willen weten hoe het precies in elkaar steekt. Veel therapieën tegen ernstige ziektes zijn namelijk gericht op het activeren van dit immuunsysteem.
Hoe werkt het immuunsysteem?
In grote lijnen als volgt: het immuunsysteem komt in actie snel nadat je een infectie oploopt, door het lichaam ertoe aan te zetten de ziekteverwekker op verschillende manieren tegen te werken. In dat licht belangrijk om te weten, is dat het aangeboren immuunsysteem twee kenmerken heeft. Ten eerste verschilt dit systeem (deels) van diersoort tot diersoort. Ten tweede reageert niet elke cel binnen een lichaam op dezelfde manier op een infectie.
In die wetenschap is het een raadsel hoe het immuunsysteem, ondanks deze verschillen, toch zo effectief kan werken. Want vergeet niet; het immuunsysteem moet geen schade aan het eigen lichaam aanbrengen. Dit betekent dus dat het systeem op een krachtige én goed gebalanceerde manier ziekteverwekkers moet elimineren. Tot dusver was het onduidelijk hoe zo’n krachtig systeem tussen diersoorten kan verschillen en tegelijkertijd binnen een lichaam gevarieerd kan reageren. Maar inmiddels zijn we dus iets wijzer.
Wat hebben wetenschappers ontdekt?
Onderzoekers hebben de reactie op ziekteverwekkers bestudeerd van weefsels en cellen van verschillende diersoorten. Ze vergeleken onder andere cellen van de muis, rat, resusaap - afkomstig van BPRC - en de mens. Het is uiteraard belangrijk dat een immuunreactie van een therapie in een diermodel zoveel mogelijk lijkt op die van de mens. Zo komen bepaalde onderdelen van het immuunsysteem alleen voor in mensen en apen. Daarom kunnen wetenschappers de therapieën die gebruikmaken van deze onderdelen, alleen maar in apen testen.
Het viel de wetenschappers bij deze studie op dat de genen die van soort tot soort weinig verschillen, ook weinig variatie laten zien in de hoeveelheid geproduceerd eiwit. Er kwamen ook genen aan het licht die meer verschilden van soort tot soort. Deze genen vervullen een specifieke rol binnen het immuunsysteem. De structuur van deze genen maakt het mogelijk dat ze snel kunnen evolueren. Dit is belangrijk, omdat ziekteverwekker en mens/dier voortdurend met elkaar in gevecht zijn. Snelle aanpassingen aan veranderlijke ziekteverwekkers zijn dus nodig om soorten in stand te kunnen houden.
Dit werk, gepubliceerd in het vooraanstaande blad Nature, laat dus zien hoe diersoorten zich in de loop van de evolutie lijken te kunnen aanpassen aan de ziekteverwekkers waar ze mee te maken krijgen.