BPRC bevindt zich in een bosrijk gebied omringd door weilanden. Het is daarom een aantrekkelijke omgeving voor veel dieren die in het wild leven zoals hazen, konijnen, ratten, kraaien, vossen, fazanten, ganzen en andere trekvogels, muizen, scholeksters, spechten, ooievaars en zelfs steenmarters. De meeste van deze dieren laten zich niet tegenhouden door een omheining. Het is dan ook niet verrassend dat we regelmatig gasten op ons terrein zien rondlopen, of vliegen.
De apen bij BPRC leven in sociale groepen. Net als apen in het wild. Door deze natuurlijke manier van leven, kunnen ze hun natuurlijke gedrag vertonen. Dit voorkomt stress.
Deze groepen apen wonen in grote verblijven waar ze zelf kunnen kiezen of ze binnen of buiten zijn. Buiten zijn verhoogt hun welzijn maar brengt ook bepaalde risico’s met zich mee.
De risico’s
Alle dieren dragen potentiële ziekteverwekkers met zich mee. Vooral knaagdieren en vogels staan erom bekend dat ze ziekteverwekkers verspreiden. Vogels vliegen over de buitenverblijven en andere dieren scharrelen in de buurt. Daardoor bestaat de kans dat de gasten op ons terrein bacteriën, parasieten of virussen overbrengen op onze apen.
De voordelen winnen
Gelukkig worden de apen hier haast nooit ziek van. Al vanaf hun geboorte gaan jonge apen met hun moeder mee naar buiten. Dan zitten ze nog veilig op de buik. Maar al snel beginnen ze hun omgeving te verkennen. Vanaf dag één staan ze dus al bloot aan van alles wat door de lucht zweeft. Dit is heel goed voor hun afweersysteem. Want wanneer dit systeem op jonge leeftijd al goed wordt getraind kunnen ze hier als volwassene van profiteren, ze zijn veel sterker en worden minder snel ziek. En dat is ook voor het onderzoek heel belangrijk. Zeker als je nagaat dat veel onderzoek gericht is op de werking van het afweersysteem. Maar daarnaast is het buiten zijn voor onze apen een enorme verrijking. Ze hebben er alle ruimte om te klimmen, te slingeren en een bommetje te maken in het zwembadje.
En mocht het tóch zo zijn dat een aap afwijkend gedrag of ziekteverschijnselen vertoont dan merken onze dierverzorgers en dierenartsen dat altijd snel op en houden de aap in de gaten. Vaak is het dan een kwestie van uitzieken en het afweersysteem zijn werk laten doen, net als bij mensen eigenlijk.