Amsterdam is deze week gastheer van de 22ste Internationale AIDS Conferentie: AIDS 2018. Ruim 18.000 mensen (zoals onderzoekers, medisch specialisten en beleidsmakers) vanuit meer dan 180 landen zijn afgereisd naar Nederland voor deze conferentie in RAI Amsterdam. En daar is alle reden toe.
Aids is wereldwijd nog altijd een zeer dodelijke ziekte. Ruim 33 miljoen mensen zijn besmet met het hiv-virus, dat aids veroorzaakt. Sommige besmette mensen lijken het virus onder controle te hebben, maar het merendeel overleeft de ziekte niet. Het (door)ontwikkelen van krachtige vaccins blijft ontzettend belangrijk.
Epidemie nog geen halt toegeroepen
Het Human Immunodeficiency Virus (hiv-virus) vernietigt het afweersysteem. Er zijn relatief kostbare antivirale geneesmiddelen beschikbaar om dit proces te vertragen, maar het is nog niet gelukt de epidemie een halt toe te roepen. Het lijkt erop dat alleen vaccins de verspreiding van het hiv-virus kunnen tegengaan. Een belangrijk deel van ons onderzoek richt zich dan ook op de werkingsmechanisme(n) van vaccins tegen hiv.
Hoe onderzoek mogelijk is
Alleen mensen en chimpansees kunnen het hiv-virus oplopen. Wel blijken makaken vatbaar te zijn voor een hiv-achtig virus (simian immunodeficiency virus: siv) met een vergelijkbaar ziektebeeld als bij de mens. Met behulp van dit apenmodel kunnen we de biologie en pathologie van het hiv-virus onderzoeken. Niet alleen door makaken te infecteren met het siv-virus, maar het is wetenschappers ook gelukt het siv-virus in een hiv-‘jasje’ te gieten. Op die manier is het mogelijk vaccins te testen die gericht zijn op de buitenkant van het hiv-virus.
Twee aandachtsgebieden
Een belangrijk deel van het aids/hiv-vaccinonderzoek spitst zich toe op twee aandachtsgebieden: 1) het vinden van de optimale combinaties van hiv-eiwitten om te gebruiken in deze kandidaat-vaccins en 2) het optimaliseren van de manier waarop deze eiwitten aan het afweersysteem kunnen worden gepresenteerd.
BPRC richt zich op de ontwikkeling van vaccinatiestrategieën die gebruikmaken van nieuwe combinaties hiv-eiwitten. Dat betekent 1) onderzoek naar (profylactische) vaccins voor niet-besmette mensen om de infectie te voorkomen en 2) onderzoek naar vaccins voor geïnfecteerde individuen waarmee het immuunsysteem de infectie onder controle houdt of opruimt.
Welke stap wij willen zetten
Ons belangrijkste aandachtspunt is de werkingsmechanisme(n) van vaccins tegen hiv; van vaccins die bescherming bieden tegen een experimentele infectie met een bepaald virus. De vraag die wij dan met onderzoek willen beantwoorden, is: welk(e) mechanisme(n) of activiteit van het afweersysteem is verantwoordelijk voor deze beschermende werking? Dat noemen we de ‘correlatie van bescherming’. En die opgedane kennis kan een nieuwe stap zijn op weg naar krachtigere vaccins in de strijd tegen aids en hiv.