Nederlandse toerist neemt knokkelkoortsvirus mee

22 Sep 2020 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

Image

 

Afgelopen weekend bevestigde het RIVM na berichtgeving van Franse en Nederlandse media dat een Nederlandse toerist knokkelkoorts (dengue) heeft opgelopen in Zuid-Frankrijk. Ze heeft de infectie hoogstwaarschijnlijk opgelopen via de Aziatische tijgermug.

Knokkelkoorts is een tropische ziekte die wordt veroorzaakt door het knokkelkoortsvirus. Ieder jaar lopen naar schatting 400 miljoen mensen deze infectie op. Het overgrote deel daarvan vindt plaats door de tropische mug Aedes aegypti. Net als alle vrouwelijke muggen hebben ook de dames Aedes eiwitten en mineralen nodig om haar eitjes te laten rijpen. De voedingsstoffen haalt ze uit bloed.

Stiekeme bijtster

Mevrouw aegypti, ook wel de gelekoortsmug genoemd, leeft in gebieden langs de evenaar en is heel efficiënt in het overbrengen van virussen als gelekoortsvirus, zikavirus en dus ook het knokkelkoortsvirus. Wat haar zo efficiënt maakt is dat ze een stiekeme bijtster is die graag in de buurt van mensen woont. Een echte stadsmug met een voorkeur voor mensenbloed. Overdag besluipt ze onopvallend haar prooien, zowel binnen- als buitenshuis. Om haar eitjes te laten volgroeien heeft ze meerdere bloedmaaltijden per ei-cyclus nodig. De dames aegypti hebben hun leefgebied de laatste jaren behoorlijk uitgebreid. Toch is zij niet verantwoordelijk voor de infectie van de Nederlandse toeriste in Zuid-Frankrijk.

Het iets vriendelijkere nichtje

Het nichtje van mevrouw aegypti is mevrouw albopictus, ofwel de Aziatische tijgermug. Mevrouw albopictus houdt meer van een gematigd klimaat en heeft zich onder andere gevestigd in Zuid-Frankrijk. Ze komt sporadisch voor in Nederland als haar eitjes meereizen via handel in oude autobanden. Van mevrouw albopictus weten we dat zij ook de eerder genoemde virussen overbrengt. Weliswaar iets minder effciënt maar ze kan het wel. Ze is iets minder kieskeurig dan haar tropische nicht. Ieder bloed dat ze onder haar zuigsnuit krijgt vindt ze prima. Voor het rijpen van de eitjes is ze daarom minder afhankelijk van mensen en bivakkeert vooral aan de randen van steden in het aangrenzende bos of land. Ze is wel iets minder sneaky dan haar tropische nicht waardoor we haar eerder opmerken. Ook heeft ze maar een bloedmaaltijd nodig per ei-cyclus.

Geen paniek, alertheid belangrijk

Er is niet direct reden tot paniek maar het is wel een duidelijk signaal. Een toerist kan het virus mee naar huis nemen. Als hij of zij dan toevallig wordt gestoken door een verdwaalde tijgermug in Nederland, dan kunnen we zomaar te maken krijgen met een lokale uitbraak van het knokkelkoortsvirus.

BPRC doet al geruime tijd onderzoek naar het knokkelkoortsvirus (dengue). Meer informatie staat op onze onderzoeksgebiedenpagina.